En hier sta ik, in mijn woonkamer, met kleine sterretjes die ik om een orchidee heen wikkel.
Ik slinger een dun lichtsnoertje met kleine sterretjes om de stelen van mijn orchidee. Deze sterretjes zijn oud; ik heb ze al jaren. Ze zijn met me mee verhuisd door verschillende seizoenen van mijn leven, tot waar ik nu ben. Iedere winter haal ik ze weer uit de kast. En elke keer denk ik: jullie weer hè… welkom, om het donker een beetje terug te dringen.
Ik hang ook de kerstkaarten op. Eén voor één, aan een lijntje voor het raam. Ik zucht terwijl ik naar buiten kijk. De mist in.
Waarom hang ik sterretjes in mijn orchidee?Waarom hang ik kerstkaarten aan een lijntje?
De wereld is groot. De nood is groot. Zoveel lijden. Zoveel onrecht. En dan sta ik hier, met kleine lichtjes rond een orchidee. Het voelt onnuttig. Alsof ik me moet verantwoorden voor elk leuk dingetje. Alsof gezelligheid verdacht is. Alsof je huis opruimen een bezigheid is die er eigenlijk niet toe doet. Ik kan toch iets beters doen…
Maar wat kan ik doen dan? Blogs schrijven over al die narigheid? Maar ik wordt daar zo naar van. Ik ben niet iemand die mensen bewust wil maken van al dat erge. Alsof ze het zelf niet zien...
Ik loop door de warme woonkamer naar de keuken. Ik bak een tompouce-cake. En terwijl ik de eieren door de boter mix, denk ik: als niemand dit doet; als niemand zorgt, opruimt, lichtje laat schijnen, aandacht geeft... dan wordt het een rommeltje. Dan wordt het geen fijne plek meer om te zijn. Niet omdat alles perfect moet zijn, maar omdat zorg op zichzelf iets moois heeft. In dit imperfecte huis, in ons imperfecte leven.
In het kleine trouw zijn, zonder te doen alsof het grote lijden er niet is. Cake bakken is geen heldendaad. En cake eten met mijn man en zoons voelt zo… aards. En toch houdt het iets brandend. In ons huis. In mijn hart. In onze relatie.
Ik zet de cake in de oven en bid. Voor mijn man, die daarbuiten in de mist een halve marathon loopt. Ik bid voor een gezin waar zoveel verdriet is gekomen. Ik bid voor duizend dingen, tuurlijk ook voor mezelf. Dat ik me niet zo nutteloos voel, en…
Dan hoor ik het piepje van de droger. Ik loop naar boven en haal de handdoeken eruit. Ze voelen heerlijk warm tegen mijn armen. En daarna is het tijd voor koffie.
“The smallest good deed is better than the grandest good intention.”
Ja, ik hou ervan.

.jpeg)













