03-06-2025

En toch bloeien er nog rozen

In het Voorjaar
Er belde iemand aan. Ze keek naar mijn klimroos, haar ogen glinsterden.
“Zie je hoeveel knoppen? Dit wordt één en al roos.”
Ik had het zelf nog niet eens opgemerkt. Ik stapte over de drempel naar buiten en samen keken we naar de struik naast de voordeur. Ik bukte me en wees op één knop, laag bij de grond, die al open ging.

Foto hieronder: de knopjes

Ze glimlachte.
En toen zagen we er nog een.
En nog een.

Roomwitte rozen in bloei
Een week later stond de hele struik in bloei: roomwitte rozen wiegden zacht tussen het donkere blad. Wat een overvloed...
Ze bloeien elk jaar, maar zo mooi als nu had ik ze nog niet gezien. Hun geur trok door de kieren van het oude houtwerk naar binnen. Heerlijk.

Een paar dagen later
De bel ging opnieuw. Ik deed open. Het was de pakjesmevrouw. Ze bracht een pakje voor de buren — dat gebeurt wel vaker.
We kletsten even. Toen tilde ze haar zonnebril op en zei, met een knikje naar de rozen:
“Allemaal luis.”
😕 Alleen dat. Geen: mooie rozen. Nee: allemaal luis.

Het zette me aan het denken.
Hoe snel je kunt vergeten wat groeit, wat goed is, wat je zomaar hebt gekregen. En hoe vaak je alleen nog maar het nare, het lelijke ziet.
Alsof al het mooie wordt overwoekerd door dat ene wat niet klopt.

.

Het trekt al je aandacht.

En toch: er bloeien nog rozen!

Oefenen in zien
Ik oefen in het zien van de rozen van vandaag.
Ze zijn zomaar gegeven.
’t Is geen verdienste, geen prestatie. Ik zie er Zijn zorg in. Zijn liefde.
Ik ontdek Zijn glimlach in iets kleins:
In iemand die wijst op een bloemknop die ik zelf nog niet had gezien.
En zelfs in iemand die alleen maar luizen ziet — omdat het me stof gaf voor deze kleine blog.


Dus ja, er zit luis op mijn rozen.
Maar hé — ze bloeien nog steeds! 😊🌹

Geschreven op 19 mei, geplaats op de avond van 3 juni, toen de merels floten

12-05-2025

Gezien door de hemelse Tuinman

De daken vingen het laatste licht van de dag.

Ik liep langs de bloempotten: kleine zonnebloemen, vlijtige liesjes, viooltjes, vingerhoedskruid — en potten met stille aarde. Met zaden die nog wachten. Sommige echt zonder ook maar een teken van leven. Geen idee of er wat naar boven zal komen.

Ik bleef hier en daar staan. Gaf water. Liet mijn vingers langs een blad gaan.
Ik zag hoe kwetsbaar ze waren. Hoe weinig ze nodig hebben om te leven — maar ook hoe snel het mis kan gaan: te veel van dit, te weinig van dat, en ze verdorren.”

En opeens dacht ik aan mijn hemelse Vader. Hoe Hij naar mij kijkt — en naar ieder van ons, geroepen uit de dood tot het leven, door Zijn stem van liefde.

Hij ziet hoe breekbaar we zijn. Hoe onzeker. Soms bang. Nog lang niet volgroeid. En toch… buigt Hij zich naar ons toe met tedere zorg en milde liefde.

El Roi — de God die ons ziet.
Die, in Jezus, dichtbij is gekomen.
Die reikt tot in de diepste lagen van wie we zijn.

Ik voel het. Zijn Woord stroomt door mijn vermoeide, dorre ziel.
Verfrist mijn gedachten.

Was je het vergeten?”, vraagt Hij me. “Ik ondersteun je met Mijn sterke rechterhandMijn genade is echt genoeg — voor vandaag, voor morgen, voor altijd.”

En ik vind nieuwe moed. Ik leg mijn hand in de Zijne. “Ik wil bloeien en groeien voor U, Heer,” fluister ik. “Dank U dat U mij nooit uit het oog verliest.”

🌻 Mijn kleine zonnebloemen hebben zó’n dorst.
🪴 En de pot is eigenlijk al te klein — tijd om ze te verplanten.
🌻 Het zijn midi-zonnebloemen — ze worden niet hoger dan mijn middel.
🧡 Hun kleur? Alle tinten oranje.

Heb jij wel eens zonnebloemen geplant — of andere bloemen?

Geschreven op 27 april, geplaatst aan het eind van een zonnige lentedag, 12 mei. 🌿☀️

07-05-2025

Zoals een eik bloeit

Het verborgen begin van iets groots 🌿

Er ligt een hellinkje voor me. Niet steil, maar vandaag voelt alles zwaar.
Ik blijf even staan, onderaan het pad.

Naast me staat een eik.
Gewoon een boom — ik loop er vaak langs.
Maar nu ik stilsta, zie ik iets.

Tussen de blaadjes, aan een tak die laag hangt, zit iets kleins.
Ik buig iets naar voren, pak mijn telefoon en zoom in.

Zijn dat... bloemen?

Nooit eerder gezien.
Zo klein dat je ze makkelijk mist.
Maar ze zijn er echt.

Wist je dat de bloei van de eik bijna niemand opvalt? De piepkleine vrouwelijke bloemetjes verschijnen slechts een paar dagen per jaar. 

Geen kleurenspektakel, geen geur voor de bijtjes.
Alleen wie goed kijkt, ziet het begin van iets groots.
De wind moet precies op tijd het stuifmeel van de mannelijke katjes brengen.
Vaak gebeurt dat ook.

Wonderlijk Gemaakt 🌿

Hoe wonderlijk eenvoudig.
Hoe schitterend precies.

In mijn leven gaat het vaak precies zo.
Geen opvallende verandering.
Geen woorden die alles ineens helder maken.
Alleen een stille aanraking van de Geest.
Een fluistering van hoop.
Iets kleins.

God kent het werk dat Hij in mij begon.
Hij laat het groeien.
En Hij komt te hulp op de momenten dat ik Hem het hardst nodig heb.

Adem de natuur in —
als dit al zo mooi is,
hoeveel mooier de Maker!

O Lord, You’re beautiful,
Your face is all I seek.
For when Your eyes are on this child,
Your grace abounds to me.

O Lord, please light the fire
That once burned bright and clear.
Replace the lamp of my first love,
That burns with holy fear.


Ik ben genoeg uitgerust.
Ik loop door, de helling op, naar de andere boom — halverwege.
Dat is de plek waar ik straks mijn koffie zal drinken
en een paar woorden in mijn dagboek schrijf.

~ * ~ * ~ * ~

😍Meer over deze boom? Klik op: Deze boom

PS: De foto’s van die eik heb ik helaas weggegooid. Maar bij de oude eik naast ons huis zag ik ook iets roods — bloemetjes òff vruchtbeginsels, ik weet het niet precies. Maar mooi is het wel. De twee blaadjesfoto's zijn dus van die eik.

Ooit een eik zien bloeien? 

02-05-2025

De kleur die mij aan Thuis doet denken

Zóveel kleine blauwe steentjes op één onderzetter.

En nog meer blauw.
En nóg meer.
Ik vind dit deel echt niet leuk — steeds weer datzelfde kleurtje, steentje voor steentje.

Ik neem een pauze.
Leg het werkje weg, pak m’n telefoon en google: “Blauw in de Bijbel.”
En dan valt iets me op.

Blauw = tekhelet (תכלת).
In de tijd van Mozes was het zeldzaam en kostbaar. Volgens oude tradities werd het gemaakt van het sap van een zeewezen, de chilazon — waarschijnlijk een soort zeeslak.
Het werd gebruikt voor de tabernakel, voor de kleding van de hogepriester, en voor de tzitzit — de kwastjes aan de hoeken van het kleed.

Niet zomaar een kleur.
Tekhelet wees omhoog
het herinnerde Gods volk aan de hemel
en richtte hun hart op de Oneindige.

Sommigen zeggen dat tekhelet verwant is aan kalah,
dat betekent: voltooien, vervullen.

En ineens voelt het herhalen van dat blauw niet meer zo zinloos.

Eh, ik vind het nog steeds geen leuk klusje.

Maar nu, bij elk klein blauw steentje, herinner ik me:
dit is niet het einde.
Er is meer.
Hij is er

🕊️ Klein weetje

"Ik ben het; weest niet bevreesd."
— Markus 6:50 

In het Grieks staat daar letterlijk: ἐγώ εἰμιIk ben.

Dat echoot Gods naam uit Exodus:
"Ik ben die Ik ben."

Niet alleen een geruststelling,
maar een openbaring:
Hij is er. Hij ís.


Een glimpje van de hemel?
Dat ontvang ik iedere keer als ik me herinner dat Hij naar beneden kwam —
als het Lam van God,
om het mogelijk te maken dat ik Hem nu kan ontmoeten in het gewone,
en dat de weg naar boven, dag en nacht, openligt.
Geen obstakels meer

En als ik dan pauzeer, zelfs bij iets kleins als een onderzetter vol blauw,
en fluister: "U bent hier," — dan is dát mijn glimp van de hemel.

U bent hier — ook in het saaie, het moeilijke, het onoverzichtelijke, het pijnlijke. Ja, zelfs als ik blauwe steentjes plak om uit te rusten van de dingen die me zo moe maakten.

~ * ~ * ~ * ~

Heeft een hobby jou ooit wat laten zien van iets groters?
Wat is jouw hobby eigenlijk?

07-04-2025

Toen geschreven, opnieuw kostbaar

Ik een appje van Lieneke.* Ze stuurde een linkje naar een oud blogbericht van mij uit 2011 met erbij: “Wat mooi.”

Nieuwsgierig klikte ik erop — en tot mijn eigen verbazing vond ik het óók mooi. Ik was eerlijk gezegd bijna vergeten dat ik het geschreven had 😅 (Het voordeel van ouder worden: je verrast jezelf af en toe.)


Dankjewel, Lieneke — voor het appje, precies op het goede moment. Ik deel het hieronder opnieuw, met een kleine aanvulling — veertien jaar later.

~ * ~ * ~ * ~

‘Barbara’s God is ook mijn God’

Een maandje terug vond ik op de rommelmarkt een stapeltje oude EO-vrouwenmagazines. Een kleine schat voor iemand als ik, dol op goede artikelen en mooie verhalen. Ik bladerde, las, en bleef hangen bij een interview uit de boekenbijlage van het maartnummer van 2000 — een gesprek met de humoristische auteur Barbara Johnson.

In haar eigen woorden vertelt ze:

"Ik heb lang gezegd: Waarom ík? Waarom moest ík mijn twee zoons verliezen, kreeg mijn man een ongeluk, kwam mijn andere zoon elf jaar lang niet thuis? God zegt dat Hij je niet meer geeft dan je kunt dragen, maar dit was echt te veel!

Ik was praktisch alles kwijt — behalve mijn verstand. Ik bereikte het punt dat ik alleen nog maar dood wilde ...

Pas toen ik zei: ‘Hoe het ook zij, Heer! Wat er ook gebeurt, wat U ook in mijn leven brengt — het is aan U, en U bent groot genoeg om me erdoorheen te helpen’, toen was het alsof miljoenen sprankelende vonkjes van blijdschap opborrelden. En die zijn altijd gebleven."

Raakt jou dit ook?

De dag nadat ik dit las, besloot ik — na wat gepieker en geworstel — Barbara’s voorbeeld te volgen.
Zie het zo voor je: ik schraapte mijn pijn, mijn rouw, mijn schuldgevoel en innerlijke verscheurdheid bij elkaar en begon aan de lange trap omhoog, naar de schitterende troon van God (lees: ik probeerde te bidden).

Mijn hele pakket aan misère legde ik aan de voeten van Jezus. Omdat Hij zélf in de Bijbel belooft:
“Kom naar Mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, en Ik zal jullie rust geven. Neem Mijn juk op je en leer van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart.”

Onder tranen gaf ik het roer uit handen.
Barbara’s God is namelijk ook mijn God.
En Hij is groot genoeg om mij erdoorheen te helpen.

De beproeving ging niet meteen weg. Maar Hij bleef. En Hij draagt me — van dag tot dag.
Dat brengt kleur in mijn leven. En ik leer lachen, zelfs als alles nog niet opgelost is.

(Heel eerlijk? Er zijn dagen dat ik me helemaal niet blij voel. Maar ik voel me wél veilig. En geliefd.)

“Eens zal Hij uw mond vervullen met gelach, en uw lippen met gejuich.”
(Job 8:21)

 ~ * ~ * ~ * ~

[Toevoeging – 2025]
Het is inmiddels veertien jaar geleden dat ik dit las in dat oude EO-magazine en besloot Barbara’s voorbeeld te volgen. In die jaren heb ik méér geleerd over wie Jezus is. Over Zijn trouw en vooral  over Zijn onvoorwaardelijke liefde.

Ik dacht toen dat ik het roer uit handen gaf — en dat deed ik ook — maar ik kon niet overzien hoe Hij me zou leiden. Hoe geduldig. En hoe dichtbij Hij zou blijven.

Er kwamen nieuwe stormen. En ook nieuwe verliezen, die soms rauw en verwarrend waren. Maar als ik terugkijk, zie ik gelukkig niet alleen dat.

Ik zie ook momenten van onverwachte blijheid, troost die precies op tijd kwam…en stapjes vooruit die ik toen niet eens doorhad, en een dieper vertrouwen dat langzaam groeide, en het wonder van het gewone — dat een steeds groter wonder werd.

Daar schrijf ik graag over.

Zijn genade is echt genoeg.
Ik val niet uit Zijn hand.

* Lieneke