Het zijn gewone dingen die vandaag voor me liggen. De afwasmachine moet leeg geruimd worden en de vieze spullen mogen erin. Het aanrecht wil ik schoon hebben en de koelkast is echt een rommeltje. Boven wacht een enorme berg wasgoed op me. En ... het zou mooi zijn als het me lukte om de badkamer vanmiddag te schrobben.
Maar mijn bekken doet pijn en mijn benen zijn zwaar als lood. Ik heb ik zin om op de bank te hangen met mijn telefoon. Om weg te kruipen in een boek. Nee, nee ... niet aan toe geven nu. Ik haal diep adem en begin toch aan mijn klusjes. Wat geeft deze dag een gouden gloed? De wetenschap dat God me niet verlaat! De wetenschap dat Hij (in Jezus) aanwezig is.
Hij geeft de vermoeide kracht en Hij vermeerdert de sterkte van wie geen krachten heeft, zij zullen hun kracht vernieuwen, zij zullen snel lopen en niet afgemat worden. (Jesaja 40:29,30)
Geen ster, geen vogel, geen bloem is voor Hem verborgen. Dat lees ik in Jesaja 40. Hij is er en Hij wil ons kracht geven voor het leven van alledag.
Kracht om klusjes af te krijgen.
Kracht om pijn te verdragen.
Kracht om hulp te aanvaarden.
Kracht om eerlijk te zijn
Kracht om op te krabbelen
Kracht om ... (vul maar in)
Ja, het is echt Zijn aanwezigheid die mijn dag een gouden gloed geeft. Hij laat Zijn licht schijnen over alles in mijn kleine mensenleven.
God, how I prize your thoughts!
How many of them there are!
If I count them, there are more than grains of sand;
if I finish the count, I am still with you.